Geweldloze communicatie

Het ging om het boek ‘Gelijk hebben of gelukkig zijn’, waarin een journalist de gesprekken weergeeft die hij op zeven avonden met Marshall Rosenberg had gehad. De interviews gingen over het model voor ‘geweldloze communicatie’ waarvan Rosenberg de grondlegger is. Ik vroeg me af wat die geweldloze communicatie inhield en begon te lezen.

Rosenberg is van mening dat de oorzaak van geweld te maken heeft met hoe wij geleerd hebben te denken en te communiceren. De manier waarop mensen op elkaar reageren, hun taalgebruik, kan zomaar irritatie, boosheid of angst oproepen. In onze taal klinken snel oordelen door, wat een ander moet, wat hij ons heeft aangedaan of wat we tekortkomen door hem. Met als gevolg dat conflicten zich vaak verdiepen in plaats van te worden opgelost.

Geweldloze communicatie heeft voor Rosenberg vier belangrijke elementen. Wie geweldloos wil communiceren zegt wat hij waarneemt (1), vervolgens wat hij voelt (2) en wat zijn eigen behoeftes hierin zijn (3), en kan van daaruit een gericht verzoek aan de ander doen (4). In zijn ook in het Nederlands vertaalde boek ‘Geweldloze communicatie’ voegt hij nog een vijfde aspect toe, namelijk dat het verzoek vriendelijk wordt gedaan.

Het lijkt wat mechanisch, het volgende fragment laat zien dat de vier stappen heel natuurlijk op elkaar kunnen aansluiten. ‘Felix, er liggen overal vieze sokken van je in de kamer. Dat irriteert me. We moeten hier allebei leven en ik wil dat het hier een beetje netjes blijft. Zou je zo goed willen zijn je sokken op te ruimen of in de wasmachine te stoppen?’ Geweldloze communicatie in een envelop